LEGIO onderzoekt impact SNOMED CT op huisartsensector

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) wil SNOMED CT, het internationale medisch terminologiestelsel, implementeren in de zorginformatiesystemen van zes zorgsectoren. Als alle sectoren dezelfde taal spreken, wordt de gegevensuitwisseling beter en nemen de administratieve lasten en het aantal misverstanden af, zo is de gedachte. Op verzoek van de huisartsenkoepels is Stichting LEGIO een onderzoek gestart naar de implementatie van SNOMED CT in de huisartsensector.

Het ministerie van VWS stuurde dit jaar een uitgebreid advies over ‘Eenheid van Taal’ in de zorg – een van de afspraken uit het Integraal Zorgakkoord – naar de Tweede Kamer. “De verschillende sectoren in de gezondheidszorg hebben nu nog allemaal hun eigen systemen en terminologie voor het vastleggen van medische informatie. Zo gebruikt de huisarts ICPC-1 voor het classificeren van klachten, de psychiater de DSM-V en de medisch specialist ICD-10”, legt Martina Bartelink, directeur Stichting LEGIO, uit. “Bij uitwisseling van gegevens is de kans op ‘Babylonische spraakverwarring’ daardoor groter en daarmee het risico op fouten en extra (overtyp-)werk. Het ministerie heeft in het advies zes sectoren aangewezen die moeten gaan starten met SNOMED CT om medische informatie gestandaardiseerd vast te leggen. Naast de huisartsenzorg zijn dat de medisch specialistische zorg, verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg, de geestelijke gezondheidszorg, de jeugdgezondheidszorg en de paramedische zorg.”

Onderzoek impact

Om de haalbaarheid en risico’s van de invoering van SNOMED CT in de huisartsenzorg te kunnen beoordelen en de randvoorwaarden voor eventuele transitiescenario’s vast te stellen, moet de impact van de invoering ervan goed worden onderzocht. De huisartsenkoepels LHV, NHG en InEen hebben Stichting LEGIO daarom gevraagd om een vooronderzoek te doen. “We kiezen in Nederland voor SNOMED CT, maar de huisartsensector heeft al 20 jaar goede ervaring met haar eigen registratie met ICPC-codes”, zegt onderzoeksleider Hilde Schwantje. “Met het onderzoek kijken we onder andere wat de effecten zijn als deze werkwijze verdwijnt. Natuurlijk heeft het werken met SNOMED CT heel veel voordelen, zoals een vereenvoudiging van het declaratieproces, betere communicatie tussen sectoren en betere gegevensuitwisseling tussen informatiesystemen van de verschillende sectoren. Tegelijkertijd weet ik – als dochter van twee huisartsen – dat huisartsen zich ook zorgen maken. Want levert dit niet weer extra (administratief) werk op terwijl de werkdruk al zo hoog is? Moet ik op een andere manier gaan werken door SNOMED?”

Haalbaarheid en risico’s

Schwantje werkt bij het onderzoek nauw samen met huisarts CMIO Leon Joanknecht die door zijn huisartsenbril naar de impact van SNOMED CT kijkt. Schwantje: “We beoordelen de haalbaarheid en risico’s, stellen de randvoorwaarden van het voorkeursscenario voor implementatie vast en doen aanbevelingen voor het transitieplan voor de invoering van SNOMED CT dat in een volgende fase opgesteld wordt. Daarvoor organiseren we verschillende werksessies met allerlei betrokken partijen, waaronder huisartsen, leveranciers en beleidsmedewerkers van de huisartsenkoepels. Er vindt overleg plaats met VWS, Nictiz en de andere sectoren die voor dezelfde opgave staan” Schwantje verwacht begin 2025 de resultaten op te kunnen leveren.

Meer weten over het onderzoek?

Neem dan contact op met Hilde Schwantje.