Resultaten DVZA-onderzoek

Aanleiding onderzoek

Huisartsenpraktijken die deelnamen aan het VIPP-programma OPEN gaven patiënten met een persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) inzage in hun huisartsdossier. (Zie: NHG-PFN richtlijn ‘Online inzage in het H-EPD door patiënt’). Om dat technisch mogelijk te maken moesten ze een DVZA-overeenkomst afsluiten. Doordat de HIS-leveranciers allemaal op een eigen manier invulling gaven aan de DVZA-oplossing was de algemene teneur onder huisartsen dat ze geen keuzevrijheid hadden. Daarnaast kwamen de beheerskosten die sommige HIS-leveranciers in rekening brachten voor huisartsen onverwacht.

Stichting LEGIO kreeg van LHV, InEen en NHG de opdracht om deze problemen én een toekomstbestendige oplossing in kaart te brengen. De opdracht bestond uit twee onderdelen:

  • Onderzoeken van een oplossing voor de (beheers)kosten die zijn gemaakt voor DVZA’s
  • Onderzoeken van softwareaanpassingen die nodig zijn voor duurzame interoperabiliteit

LEGIO werkte bij dit onderzoek samen met gebruikers, leveranciers, architecten, juristen en MedMij.

Resultaten onderzoek beheerskosten

Verschillende keuzes DVZA

In de LEGIO-overeenkomsten met de HIS-leveranciers werd vastgelegd dat bij de DVZA-ontwikkeling moest worden voldaan aan de MedMij-eisen; een verdere technische uitwerking werd vooraf niet vastgesteld. Dat kón ook niet omdat het MedMij Afsprakenstelsel nog in ontwikkeling was. Door het ontbreken van technische eisen vooraf is er een grote variëteit ontstaan: zowel in de gekozen technische oplossingen als in de beheerskosten die bij huisartsenpraktijken in rekening zijn gebracht.

Leveranciers kozen voor LSP+ als DVZA-leverancier, ontwikkelden zelf een DVZA-oplossing of kozen voor een andere DVZA-leverancier dan LSP+.

De HIS-leveranciers Chipsoft (HiX), Omnihis, (Sanday), Promedico, (Sanday), TransHis en MediTools zijn aangesloten op LSP+ als DVZA-leverancier. LSP+ wordt gefinancierd door Zorgverzekeraars Nederland. De huisartsenpraktijken die zijn aangesloten bij deze HIS-leveranciers ontvangen daarom geen factuur voor DVZA-beheerskosten.

Twee leveranciers brengen kosten in rekening voor de koppeling met LSP+. Stichting LEGIO is gedurende het onderzoek tot de conclusie gekomen dat deze kosten voor een koppeling niet onder de DVZA-compensatieregeling vallen, maar onderdeel zijn van de reguliere licentiekosten van het HIS. Naast het verlenen van de juiste toegang (van een PGO naar het HIS) is de functie van een DVZA immers, om de interne data van een HIS te vertalen naar een uniform formaat dat alle PGO’s kunnen uitlezen. Deze vertaalfunctie wordt uitgevoerd door LSP+. Het ontsluiten van interne data van het HIS naar LSP+ is weliswaar voorwaardelijk voor de functie van de DVZA, maar deze ontsluiting is feitelijk geen onderdeel van de DVZA. Beheerskosten voor ontsluiting van data zijn daarom andere kosten dan beheerskosten voor een DVZA en worden daarom niet vergoed vanuit de compensatieregeling.

De HIS-leveranciers CGM, PharmaPartners (Medicom), Dedalus (MicroHis), Tetra (Tetrahis) en HealthConnected hebben zelf een DVZA-oplossing gerealiseerd of maken gebruik van een andere DVZA-leverancier dan LSP+. Zij brengen hiervoor DVZA-beheerskosten in rekening bij de huisartsenpraktijken.

Compensatieregeling

Omdat de DVZA-leveranciers verschillende keuzes hebben gemaakt, is er op basis van de technische inrichting geen uniform tarief op te stellen voor de DVZA-beheerskosten. Om toch een compensatieregeling uit te kunnen voeren is gekozen voor het berekenen van de compensatie op basis van een rekeneenheid. Het gaat om een bedrag per normpraktijk op basis van een gewogen gemiddelde. Het gewogen gemiddelde is per jaar berekend, omdat zowel de in rekening gebrachte beheerskosten als het aantal ingeschreven patiënten per praktijk per jaar verschillen. 

Jaar
Maximaal compensatiebedrag per normpraktijk*
* Het aantal patiënten per normpraktijk is 2095
2021
€ 110,80
2022
€ 176,40
2023
€ 185,56
2024
€ 167,59

Dit gewogen gemiddelde is berekend op basis van de in rekening gebrachte DVZA-beheerskosten. DVZA-leveranciers brengen verschillende bedragen in rekening bij huisartsenpraktijken. Het kan gaan om een verschil in hoogte van een bedrag, maar ook een latere startdatum is van invloed op de hoogte van de factuur. 

De kosten van LSP+ als DVZA zijn in deze berekening niet meegenomen. Omdat in 2024 één van de DVZA-leveranciers stopt en klanten overgaan naar LSP+ ligt het gewogen gemiddelde in 2024 lager dan in 2023.

Niet iedere huisartsenpraktijk wordt volledig gecompenseerd voor de in rekening gebrachte DVZA-beheerskosten. Wanneer de HIS-leverancier een relatief dure DVZA-oplossing heeft aangeboden, dekt de compensatie de gemaakte kosten dus gedeeltelijk. Het bedrag dat huisartsen ontvangen is nooit hoger dan de DVZA-beheerskosten die in rekening zijn gebracht. 

Om huisartsenpraktijken niet te belasten met papierwerk, wordt de compensatie via de DVZA-leveranciers verrekend. Dit kan door middel van een korting op de eerstvolgende factuur of creditering. Voor de uitvoering van de compensatieregeling sluit Stichting LEGIO overeenkomsten af met de leveranciers. Leveranciersmanager Toine van den Elshout neemt hiervoor contact op met de leveranciers. 

Neem voor vragen over het onderzoek naar de DVZA-beheerskosten contact op met projectleider Roel de Gelder. Huisartsen kunnen contact opnemen met de LHV.

Resultaten onderzoek softwareaanpassingen

Een belangrijke conclusie van het technische onderzoek is dat er op korte termijn geen haalbare oplossingen zijn om de interoperabiliteit van DVZA’s (en daarmee de gepercipieerde keuzevrijheid voor huisartsenpraktijken) te verbeteren. Voor volledige interoperabiliteit zou immers elk HIS met iedere DVZA moeten kunnen koppelen waardoor bij elke wijziging in HIS, DVZA of het Afsprakenstelsel aanpassingen nodig zouden zijn. Het resultaat: meer complexiteit en hogere beheerskosten voor de huisartsensector als geheel. Er is echter wél een kans voor de langere termijn door aan te sluiten bij de ontwikkelingen op het gebied van gegevensuitwisseling.

Oplossingsrichting

Wanneer we verder kijken dan vrije DVZA-keuze, dan is er een mogelijkheid om het DVZA-landschap te verbeteren voor het bredere veld van gegevensuitwisseling. Die oplossing ligt in het implementeren van herbruikbare koppelvlakken voor HIS’en waar de DVZA onderdeel van uitmaakt. Wat betekent dat? Er zijn belangrijke ontwikkelingen gaande, zowel op beleidsniveau als in de markt, die aansturen op betere uitwisseling van medische gegevens. Onder andere in het Actieplan Zorg-ICT-Markt van VWS, het Integraal Zorgakkoord, en de zogenaamde API-strategie van Nictiz wordt hierover geschreven. Een mogelijke uitkomst hiervan is dat alle HIS-leveranciers één koppelvlak ontwikkelen waarmee verschillende soorten gegevensuitwisseling plaats kunnen vinden. Bijvoorbeeld met andere zorgverleners voor dossieroverdracht. Deze verschillende uitwisselingen gebruiken (groten)deels dezelfde informatie. Dit betekent dat de beheerskosten van zo’n koppeling verdeeld worden over verschillende functionaliteiten die samen grotere meerwaarde leveren voor de huisartsenpraktijk dan de DVZA alleen.

Verbreding DVZA-functie

Het verbreden van de DVZA-functie (van louter PGO-aansluiting naar herbruikbare koppelvlakken) is vanuit alle stakeholders een gewenste ontwikkeling. Daarom stelt LEGIO voor om binnen de resterende tijd van de VIPP OPEN beleidsregel een start maken met de verbetering en verbreding van de DVZA met herbruikbare koppelvlakken. Het implementatieproces zou moeten starten met twee Proof-of-Concepts (PoC’s) die kunnen aantonen dat deze methode werkt. Ook helpen PoC’s ervaring en kennis op te doen die leveranciers kunnen gebruiken bij de ontwikkeling van hun applicaties.  

Neem voor vragen over het DVZA-onderzoek naar technische oplossingen contact op met projectleider Michiel Rutjes. Huisartsen kunnen contact opnemen met de LHV.

Leveranciersmanager Toine van den Elshout neemt contact op met leveranciers over mogelijke deelname aan de PoC’s.